
37
NEDERLANDS
Symptoom
Controleer
Verwarmings-/Koelingswerking werkt niet
effi cient.
• Stel de temperatuur correct in.
• Sluit alle deuren en ramen.
• Maak de fi lters schoon of vervang ze.
• Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.
Luidruchtig tijdens werking. • Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.
• Sluit het voorpaneel correct.
Afstandsbediening werkt niet.
(De display is gedimd of het
transmissiesignaal is zwak.)
• Plaats de batterijen correct.
• Vervang zwakke batterijen.
Het apparaat werkt niet. • Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.
• Controleer of de timers zijn ingesteld.
Het apparaat ontvangt geen signaal van de
afstandsbediening.
• Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.
• Het een en ander fl uorescerend licht kan eventueel de signaalzender
storen. Consulteer a.u.b. een bevoegde installateur.
Symptoom
Oorzaak
Er komt damp uit de binnenunit. • Condensatie door koelproces.
Tijdens werking klinkt er geluid van stromend
water.
• Stromend koelmiddel in het apparaat.
De ruimte heeft een vreemde geur. • Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is van de muur, het
tapijt, meubels of kleding.
De binnenventilator stopt af en toe wanneer de
ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.
• Zo verdrijft u de omgevingsgeuren.
Het apparaat begint pas na enkele minuten
vertraging nadat het opnieuw is opgestart.
• De vertraging dient ter bescherming van de compressor van de unit.
Er komt water/stoom uit de buitenunit. • In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.
Timerindicator is altijd aan. • Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen dagelijks uitgevoerd.
AAN/UIT-indicator knippert tijdens werking en
de ventilator van de binnenunit is gestopt.
• De unit staat in de ontdooiingstand en het gesmolten ijs wordt via de
buitenunit afgevoerd.
De binnenventilator stopt af en toe tijdens
verwarmen.
• Onbedoeld koelen voorkomen.
Krakend geluid tijdens bedrijf. • Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of contractie van het
apparaat.
PROBLEMEN OPLOSSEN PROBLEMEN OPLOSSEN
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Kommentare zu diesen Handbüchern